Friday, May 9, 2008

AlsOf


Drie beelden:
Man: keuken
Vrouw: woonkamer
Jongen: slaapkamer

Plotlijn
De plotlijn is het verhaal van de drie beelden samen. Daaronder zitten drie 'subplotlijnen' die van de afzonderlijke acteurs. Hieronder staan ze kort beschreven.

We zien ieder in zijn eigen ruimte. Er is een duidelijke suggestie van een gezin. Ze hebben alleen geen contact met elkaar, ze zijn druk met zichzelf bezig. We horen /zien hun verschillende rollen, hun houding tegenover de omgeving.
- De man is geobsedeerd door de spullen rondom hem heen. In zijn fantasie heeft hij een 'relatie' met de tafel. Hij zit aan de tafel en op het laatst ligt hij erop op zijn buik.
- De vrouw is bezig met de uiterlijke vertoning. Ze bereid een feestje voor, hangt slingers op en dergelijke. Ze zet de stoelen uit de keuken in een kringetje in de kamer. Er komt echter niemand opdagen ze geeft de moet op en gaat van keurig naar slonzig. In haar gedachten komen persoonlijke herinneringen.
- De jongen is bezig met zijn eigen ontwikkeling. Aan de ene kant verstopt hij zich onder de dekens, aan de andere kant port hij zichzelf op (met citaten van anderen die hij voorleest).
Hij wil sterk zijn maar is (nog?) angstig.
Dan komt er een omslagpunt: 'ineens' komen er mensen binnen (publiek van de IKEA). De vrouw gaat voor al deze mensen gastvrouw spelen, taart halen enz. Ze haalt haar man van tafel die gewillig meekomt en de jongen komt vanzelf. Onwennig zit de groep mensen bij elkaar. Wanneer de taart op is gaat de man terug naar de keuken en gaat weer op tafel liggen. De jongen kruipt weer in zijn bed en de vrouw blijft (in freeze) achter met haar bordje met taart. De mensen staan op eigen initiatief op en worden weer klanten. Nu komen er ook in de andere twee beelden klanten in beeld die om de acteurs heen winkelen.

Toelichting en motivatie
Mijn belangrijkste thema authenticiteit, de vraag naar in hoeverre mensen uniek zijn of denken te zijn. Hoe gaan mensen om met hun eigen 'ik' en in hoeverre is deze 'ik' maakbaar?
Vandaar ook mijn keus om met acteurs samen te werken. Acteurs zijn 'echte mensen' die een karakter spelen. Ze zijn 'echt' in lijf en wezen, maar ze doen zich voor als een ander.
Dit is voor mij op zich al een mooie en interessante gelaagdheid.
Daarnaast is er natuurlijk de locatie; IKEA. In deze nepomgeving komen echte mensen, die spelen of ze in die nepomgeving wonen. Het publiek zal dit in eerste instantie accepteren, omdat ze gewend is aan televisie en films. Iedereen weet wat de regels zijn. Massaal gaan we naar de bioscoop om mee te huilen en te lachen met mensen waarvan we weten dat ze niet echt bestaan.
Het publiek zal dus niet acteurs zien in een kamertje, maar mensen. Ze denken: “Oké, een gezinnetje. Wat hebben ze me te vertellen?” Maar voor niet alleen het karakter, de rol die de acteurs spelen, is belangrijk. Juist ook het feit dàt jullie acteur zijn vormt een belangrijk element.
Vandaar dat ik er voor gekozen heb toch gewoon winkelend publiek toe te laten op de set; hetzij geregisseerd. Dit vormt het omslagpunt in de film. Op de dag zelf verzamelen we wat mensen 5 a 6, die het feestje van de vrouw bezoeken. Hun wordt vertelt dat ze niets hoeven te doen, alleen de taart te eten die ze krijgen aangeboden. De acteurs zijn hierbij ook aanwezig. Nu krijg je een interessante mix tussen mensen die weten wat hun rol is en in die rol zitten en mensen die niet helemaal weten wat nou hun rol is. Ze waren gewoon aan het winkelen en plots zijn ze figuranten in een film.
Hier krijg je dus dat aspect van wie of wat nu 'echt' is denk ik mooi in beeld. Dan verlaten de acteurs de mensen. Vader gaat weer op zijn tafel liggen, de jongen kruipt in bed, de vrouw blijft versteent met haar vorkje in haar gebakje en staart uit het raam. De overige mensen gaan nu op eigen initiatief weg, of ik weet niet wat ze gaan doen (dat zien we dan pas!). Ze worden in ieder geval weer 100% klant en het gat met de acteurs wordt groter. Het eindigt met de drie beelden waarin de acteurs in hun 'eindhouding' bevroren zijn en waar klanten van IKEA doorheen winkelen.
Doel van het deel voor het omslagpunt is een vervreemdende herkenbaarheid op te roepen bij de kijker. Het is herkenbaar, maar het klopt niet. Het beeld moet een beetje wringen.
Daarna is er de confrontatie van acteurs en klanten. Ik hoop dat dit bij het publiek dat de film ziet verrast. Waar ze zochten naar het verhaal van de karakters, het persoonlijke van het karakter, komt nu ineens de rol van de acteur centraal te staan.

Karakters, verhaal en uiterlijk
Hier geef ik een beschrijving van de karakters en hun verhaal. Dit verhaal wordt opgenomen in losse scènes zodat ik het meer naar mijn hand kan zetten in de montage.

Man
De man leeft helemaal in zijn eigen wereld. Hij beleeft zijn anonieme wereld als heel persoonlijk. Zijn spullen zijn haast menselijk voor hem. Hij ziet zichzelf als heerser over deze spullen.
Dit wordt echter alleen duidelijk in zijn verhalen, in de tekst. Niet in wat hij daadwerkelijk laat zien.
We zien namelijk eerst een man die er op het eerste gezicht normaal en rustig uitziet. Hij ziet er groot en sterk uit en lijkt rustig. Ook door de compositie van zijn beeld (frontaal en symmetrisch), wordt zijn rol als gezinshoofd bevestigd en ziet het publiek hem als machtig.
In de loop van het verhaal gaat de man echter rare dingen doen. Hij verzet telkens de stoelen en aait over de tafel. De vreemde dingen worden steeds vreemder en de man 'vertelt' (in audio/ondertitels) vreemde verhalen. Het blijkt uiteindelijk een man te zijn die uit liefde voor de tafel óp de tafel klimt en zich aan de tafel vastgrijpt. Voor de man zelf is dit echter logisch en natuurlijk.

De man draagt een grijs pak met donker overhemd en donkere stropdas om zijn mannelijkheid te benadrukken.

Vrouw
De vrouw is bezig met het opfleuren van haar dagelijkse omgeving. Ze bereid een feest voor, zonder dat haar man en zoon er oog voor hebben. Onder haar werkzaamheden door kijkt ze telkens even naar buiten (hoewel de ramen duidelijk blind zijn) en zegt ze dingen als; 'ik hoop dat ze zo komen! Hoorde jij nou ook een auto?' e.d. Ze maakt alles netjes aan kant, en versiert de kamer met vlaggetjes, ballonnen en ze heeft een grote HEMA-slagroomtaart. Ze haalt de stoelen van de keukentafel naar de woonkamer, om ze daar in een kringetje te zetten. Wanneer ze dit gaat doen heeft ze een dialoog met haar man waaruit blijkt dat de vrouw dagelijks de kamer zo versiert en optuigt en er dus ook in ieder geval niet echt iemand jarig is.
Vervolgens is het wachten op de gasten, die maar niet komen. We zien het kaarsje op de taart (die mevrouw al had aangestoken) helemaal opbranden terwijl mevrouw voor het raam zit en naar buiten kijkt. Van haar opgewektheid is niets meer over.
In haar gedachten horen we persoonlijke verhalen uit het verleden / dingen die zijn voorgevallen in het huis (ondertitels/audio).

Mevrouw draagt feestelijke kleding, nette schoenen met hakken en een feestjurk (liefst rood). In de loop van het stuk trekt ze in ieder geval haar schoenen uit en doet een slobbervest aan.

Jongen
De jongen is bezig met zijn eigen ontwikkeling, hij wil zijn rol niet vervullen waardoor hij hem juist ook weer bevestigd. Er is een strijd tussen zijn eigen persoonlijkheid, hoe hij graag wil overkomen en de verwachting die anderen van hem hebben.
Hij bereid zich voor voor het feest (alleen weet je dat als kijker nog niet). De saaie kamer is een soort snelkookpan. Eerst lijkt hij nog rustig in bed te liggen, maar dan begint hij te woelen. Hij roept zijn ouders zonder resultaat. Dit maakt hem boos en haalt allemaal spullen overhoop. Leest even in een boek, gooit het dan van zich af enz. Deze beelden worden in de montage versnelt. Dit alles wordt afgewisseld met shots waarin hij zich heel langzaam klaar maakt voor het feest. Hij knipt zijn nagels doet deodorant op e.d. Dan kleed hij zich heel langzaam en netjes aan. Vanuit hier staat hij op en loopt zelf naar het feest. Deze beelden worden dan juist weer vertraagd zodat het contrast heel groot wordt.
Op het feest zit hij braaf zijn tijd uit en dan loopt hij weer terug naar zijn kamer, waar hij aangekleed en wel op het bed gaat liggen.

De jongen draagt in bed een boxershort (evt. met een hemdje). Later kleed hij zich aan (spijkerbroek, overhemd met korte mouwen, T-shirt in zelfde kleur als sneakers).

No comments: